Afasie

Afasie is een taalstoornis die zich uitstrekt over de gebieden spreken, taalbegrip, lezen en schrijven. Wanneer als gevolg van hersenletsel een of meer onderdelen van het taalgebruik niet meer goed functioneren, noemt men dat afasie. Afasie, A (= niet) fasie (= spreken), betekent dus dat iemand niet meer kan zeggen wat hij wil. Afasie is het meestal het gevolg van niet-aangeboren hersenletsel, d.w.z. een hersenbeschadiging door bijvoorbeeld een beroerte (CVA), een hersentumor of een trauma. De taalproblemen uiten zich bij iedereen anders. De ernst en omvang van afasie zijn onder andere afhankelijk van de plaats en de ernst van het hersenletsel, het vroegere taalvermogen en iemands persoonlijkheid. Sommige mensen met afasie kunnen wel goed taal begrijpen, maar hebben moeite met het vinden van de juiste woorden of met het bouwen van zinnen. Anderen spreken juist wel veel, maar wat zij zeggen is voor de gesprekspartner niet of moeilijk te begrijpen. Deze mensen hebben dan ook vaak grote problemen met het begrijpen van taal. Het taalvermogen van de meeste mensen met afasie bevindt zich ergens tussen deze twee uitersten. Meestal is de linker-hersenhelft getroffen, de plek waar bij de meeste mensen het taalcentrum ligt. Niet alle functies zijn altijd even zwaar getroffen. Ook kan de taalstoornis wisselvallig zijn: woorden die iemand op het ene moment niet te binnen schieten, kunnen in een andere situatie moeiteloos over de lippen komen. Het intelligentieniveau blijft gelijk, mensen kunnen zich alleen niet meer of moeilijker verstaanbaar maken. Afasie is het ernstigste direct na de beschadiging. Tot ongeveer een half jaar erna treedt spontaan herstel op.

Wat doet de logopedist?

Bijna altijd is er na het ontstaan van afasie enig spontaan herstel van de taal. Zelden of nooit is dat herstel volledig. Toch is er met veel oefenen, telkens weer proberen en volhouden vaak enige verbetering te verkrijgen. Degene die kan helpen met het oefenen van de taal is de logopedist. Een logopedist geeft onder andere taaltherapie. Bij deze therapie staat het weer kunnen communiceren voorop.